Ben Viegers (1886 Den-Haag - 1947

Couache

0634042425

Schilder

Biografie

Viegers, B. Viegers, Ben Viegers 1886-1947

Viegers, Ben Viegers werd in 1886 in Den Haag geboren. Als belangrijke

stimulator van de jonge Ben Viegers om  het kunstenaarsschap te beoefenen,

fungeerde zijn grootvader van moederskant, grootvader Hulzing. Deze Haagse

koetsenbouwer legde de grondslag voor een kunstopvatting, die niet losgezien

kan worden van een solide ambachtelijke basis. Hier leerde hij niet alleen de

waardering voor het handwerk, maar hier leerde hij ook daadwerkelijk

tekenen, verf mengen, decoreren en andere vaardigheden, die later goed van

pas bleken te komen. Schilderde in een impressionistische stijl, landschappen,

stadsgezichten, zee- en havengezichten, zeegezichten en duinlandschappen,

stillevens en bloemen.

 

Ben Viegers was waarschijnlijk verder een autodidact. Nergens zijn concrete

gegevens te vinden, die op een academische scholing wijzen. Uit zijn vroege

werk spreken de wil en de vastberadenheid om de kneepjes van het

veeleisende metier onder de knie te krijgen. Dat hem dat uiteindelijk ook lukte

is op te maken uit het feit dat hij als volwaardig lid van de Haagse Kunstkring

werd toegelaten. Hier onderhield hij contacten met later zeer bekend

geworden kunstnaars, zoals; Jan Toorop, Aris Knikker en Jan Knikker. Het

meest hecht was zijn relatie echter met Charles Dankmeijer (1861-1923).

 

Na de eerste Haagse jaren en vele omzwervingen, vestigde Ben Viegers zich

in Nunspeet. Daar betrok hij een verwaarloosd pand aan de Brinkersweg, dat

hij eigenhandig opknapte. Zijn vader verhuisde mee naar de Veluwe en bleef

tot zijn dood bij zijn zoon wonen. Ondanks de crisis en de oorlog was dit voor

Viegers de periode waarin hij vrij kon experimenteren. In Nuspeet maakte

Viegers veel vrienden. Zijn joviale aard viel vooral goed bij collega jaap

Hiddink. De band met Jos Lussenburg was minder sterk, omdat  Ben Viegers

deze nestor van de Nunspeetse schilders enigszins zelfingenomen vond.

 

Veel meer nog dan in zijn Haagse jaren, manifesteerde Viegers zich in zijn

Veluwse periode als een rasechte pleinairist en een oprechte levensgenieter.

Hij schilderde het liefst in de buitenlucht. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds

laat trok hij er op uit. Hij hield van gezelschap en had een gezonde aversie

tegen artistieke poeha.

 

Een van zijn schaarse buitenlandse reizen maakte Viegers met Jaap Hiddink

en Henk van Leeuwen naar Normandie en Bretagne, waar hij een vleugje van

het zuidelijke temperament en de on-Nederlandse lichtval kon ervaren.

 

In de oorlog bleef hij onverdroten schilderen. Soms ruilde hij een schilderij

voor voedsel, vaak werkte hij in opdracht. In 1940 vertrok hij naar Castricum

omdat hij meende achter de Hollandse waterlinie veiliger te zijn. Hij schilderde

er de duinen en de zee, maar toen de eerste bom in zijn achtertuin viel

verhuisde hij in paniek naar Hilversum, waar hij tot mei 1943 bleef wonen.

Daarna keerde hij terug naar Nunspeet.

 

Ben Viegers werk werd in zijn tijd als toegankelijk en gangbaar beschouwd, al

riep zijn temperamentvolle pallet soms tegenstrijdige maar nooit heftige

reacties op. Dat is op zijn minst opmerkelijk, want ondanks de vastberadenheid

waarmee hij vasthield aan ambachtelijke vaardigheden, in zijn gewaagde

kleurgebruik en mediterrane toets onderscheidde hij zich zeker van de

middelmaat. Het oordeel van critici over zijn werk was wisselend, maar bijna

altijd mild en opbouwend. Grensverleggend was het niet. Toch hield hij zich

goed staande tussen een leger van hemelbestormers. Tijdens het interbellum

raasden er zware stormen door de kunstwereld die het voorheen zo degelijke

stelsel van normen en waarden flink aan het wankelen hadden gebracht.

Viegers werd er niet of nauwelijks door uit zijn evenwicht gebracht. Zowel in

zijn Haagse periode als later in Nunspeet onderhield hij contacten met

collega’s die er andere ideeën op na hielden. Op de een of andere manier

werd het heilige vuur dat in hem brandde er niet door beïnvloed. Viegers ging

zijn eigen gang en behield een rotsvast geloof in eigen kunnen, zonder zich

voor te laten staan op zijn kwaliteiten en zonder zijn gelijk ten opzichte van

anderen te willen bewijzen.

 

Het lot dat de meeste schilders treft, is ook Viegers ten deel gevallen. Na zijn

overlijden ontstond er een langdurige windstilte. Mede dankzij de

inspanningen in de vorm van tentoonstellingen en publicaties kwam de

herwaardering voor het werk van Viegers in de jaren negentig  op gang. De

noodzakelijke distantie, die plaatsing in kunsthistorisch perspectief mogelijk

maakt, was toen een hard gegeven en stond niets de revival meer in de weg.

Saillant detail is dat enkelen van Viegers’ tijdgenoten, zoals Henk van

Leeuwen, Jos Lussenburg en Jan van Vuuren, die hem tijdens zijn leven nog

leken te domineren en de verhoudingen bepaalden, nu minder kleurrijk en

minder prominent op de kunsthistorische staalkaart staan vermeld. De tijd heelt

niet alleen alle wonden, maar geeft meestal ook het gelijk aan degenen die dat

uiteindelijk het meest blijken te verdienen.

 

De betekenis van Viegers schilderkunst wordt inmiddels in brede kring erkend.

De kunstenaar vertaalde het enthousiasme over zijn waarnemingen in

kleurrijke impressies. Hij volgde zijn persoonlijke landschapsbeleving en

afhankelijk van stemmingen en indrukken intensifieerde hij de werkelijkheid.

Als zijn gevoel om vlammend rood, fel oranje of helde geel vroeg,, dan gaf hij

daar in volle overtuiging aan toe. Die eigenschappen zijn des te opmerkelijker

omdat de kunstenaar de mediterrane sfeer die hij intuïtief aanvoelde, nooit

persoonlijk onderging.  Hij schilderde graag en veel in de buitenlucht,

onderging de landschappen en stadsgezichten aan den lijve en liet zijn

stemming oprecht meespreken in de artistieke verwerking van de opgedane

indrukken. Waar dat mogelijk was, legde hij vaak voorzichtig

expressionistische accenten Waarnemingen en gewaarwordingen kregen

zodoende een gloedvolle uitstraling. De ervaringen met licht en kleur waren

voor Viegers minstens even belangrijk als de ambachtelijke aspecten van het

kunstenaarschap, zoals vlotte penseelvoering en trefzekere schilder trant.

portfolio

De Hooigracht in de winter te Den Haag, gouache op schilderkarton, inclusief museumglas, afmeting incl. lijst 37x43cm